" BLABLABLA
Geen excuses.
Doe de stoelgangtest. "

Marc Herremans

KUN JE GENEZEN VAN DIKKEDARMKANKER? 

Ja. Hoe vroeger dikkedarmkanker wordt ontdekt, hoe groter de kans op volledige genezing. Dikkedarmkanker geeft meestal geen klachten in het begin waardoor de ziekte vaak pas laat ontdekt wordt.

De 5 jaars overleving hangt af van het stadium waarin de kanker wordt ontdekt en behandeld. Kankers opgespoord door deelname aan het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker worden vaker in een vroeg stadium gedetecteerd vergeleken met kankers bij niet-deelnemers. Het bevolkingsonderzoek slaagt er dus in om kanker vroegtijdig op te sporen, met een betere overleving en minder ingrijpende behandelingen tot gevolg.

  • Van de mensen waarbij deze kanker heel vroeg ontdekt wordt(stadium I), overleeft 96%.
  • Van de mensen waarbij deze kanker later ontdekt wordt (stadium II), overleeft 88%.
  • Van de mensen waarbij deze kanker nog later ontdekt wordt (stadium III), overleeft 73%.
  • Van de mensen waarbij deze kanker pas heel laat ontdekt wordt (stadium IV), is vijf jaar later nog slechts 19% in leven.
Evolutie dikkedarmkanker
[Cijfers, Vlaanderen, 2011-2015, bron BCR]

Hoe kleiner het kankergezwel, hoe groter de kans op genezing. Daarom is het belangrijk om er snel bij te zijn. In het begin heb je meestal geen klachten. Daardoor wordt de ziekte vaak pas laat ontdekt.

Stadiumverdeling (TNM classificatie) die artsen gebruiken om de fase van de kanker te beschrijven.

De behandeling is erg verschillend naargelang het stadium waarin de kanker zich bevindt:

  • Stadium 0: kanker ‘in situ’. Dit is een mogelijke kanker in wording, bv. een grotere poliep (voorloper van dikkedarmkanker) met onrustige, maar meestal goedaardige cellen.  Dit heet dysplasie. Het gaat hier dus om een voorloper van kanker. Poliepen kunnen bijna altijd verwijderd worden tijdens de coloscopie. In het labo wordt de verwijderde poliep onderzocht op de aanwezigheid van kwaadaardige cellen. Als een poliep kwaadaardige cellen heeft, spreken we van dikkedarmkanker. De behandeling hangt dan af van het type poliep, de grootte en de plaats waar hij werd gevonden.
  • Stadium I: de kanker beperkt zich tot de darmwand zelf (het slijmvlies of de spierwand van de dikke darm) en is dus nog niet door de darmwand heen gegroeid. Er zijn geen uitzaaiingen. Soms volstaat het in dit stadium om de poliep te verwijderen tijdens de coloscopie. Na onderzoek van de poliep in het labo, is er soms een aanvullende operatie nodig. Als de tumor te groot is en niet tijdens de coloscopie kan verwijderd worden, wordt deze operatief verwijderd. Bij stadium I is er meestal geen aanvullende behandeling zoals chemotherapie nodig.
  • Stadium II: de kanker is wel door de darmwand heen gegroeid, maar niet uitgezaaid naar de lymfeklieren. In dit stadium is wel een operatie vereist om de tumor weg te nemen. De behandeling die volgt is afhankelijk van het soort tumor. Chemotherapie kan nodig zijn.
  • Stadium III: de kanker is uitgezaaid in de lokale lymfeklieren, maar niet naar verder gelegen lymfeklieren of andere organen. Een operatie en behandelende chemotherapie zijn nodig.
  • Stadium IV: de kanker is uitgezaaid naar verder gelegen lymfeklieren en/of andere organen/weefsels in het lichaam (meestal in de lever, lymfeklieren of longen). De behandeling voor een stadium IV dikkedarmkanker is afhankelijk van het aantal uitzaaiingen en de lichamelijke conditie en wordt besproken met de behandelende arts.