
Vlaanderen organiseert sinds 2013 een Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker. Mannen en vrouwen van 50 t.e.m. 74 jaar ontvangen om de twee jaar een gratis stoelgangtest. “Deze stoelgangtest voorkomt kanker, dat zien we duidelijk in de cijfers van het Belgisch Kankerregister”, zegt Patrick Martens, directeur van het Centrum voor Kankeropsporing.
Toch is dikkedarmkanker nog steeds de derde meest voorkomende kanker: 12 nieuwe gevallen per dag in Vlaanderen. Volgens prof. dr. Danny De Looze, gastro-enteroloog aan UZ Gent, is het net daarom zo belangrijk dat mensen de stoelgangtest doen. “Hierdoor zijn we er vroeg bij. De kanker die we via het bevolkingsonderzoek ontdekken, bevindt zich in een veel vroeger stadium. Dat betekent minder zware behandelingen, minder uitzaaiingen en een grotere kans op genezing. Bij elke kanker is dat de gouden regel: hoe vroeger je erbij bent, hoe beter.”
Preventieve stoelgangtest
Uit de cijfers blijkt dat het nog beter kan. Slechts 52 procent van de doelgroep nam in 2023 deel aan de stoelgangtest. “Mannen tussen 50 en 55 jaar doen veel minder mee dan de oudere leeftijdsgroepen”, aldus dr. Martens. “Dat verschil loopt op tot bijna 25 procent. Vrouwen doen het iets beter, maar ook daar is er een verschil. We denken dat jonge vijftigers de stoelgangtest gewoon opzij leggen en dat blijft dan liggen. Maar deze stoelgangtest is preventief. De kans dat er iets mis is, is klein, maar het kan wel veel leed voorkomen en levens redden.”
Geen kankertest
“De stoelgangtest zelf is eenvoudig en gebruiksvriendelijk”, gaat prof. dr. De Looze verder. “Je neemt thuis een staal stoelgang en stuurt dat op naar het labo. Belangrijk is dat mensen beseffen dat deze stoelgangtest geen kankertest is. Het detecteert alleen bloed in de stoelgang, wat mogelijk een teken van poliepen (voorlopers van dikkedarmkanker) kan zijn. Wie klachten heeft zoals bloedverlies of een veranderende stoelgang, moet zeker niet wachten op die gratis stoelgangtest van het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker, maar meteen naar de huisarts.”
Wat na de stoelgangtest?
Binnen de twee weken ontvang je het resultaat. “Wie een afwijkend resultaat krijgt, maakt dan best zelf – of via de huisarts - een afspraak voor een vervolgonderzoek - coloscopie - in het ziekenhuis”, aldus prof. dr. De Looze. “Dat is nodig om na te gaan of er poliepen of dikkedarmkanker aanwezig zijn. Maar helaas wordt die stap niet altijd gezet. Eén op zes mensen met een afwijkende stoelgangtest laat zich uiteindelijk niet verder onderzoeken. Maar die coloscopie is belangrijk: daar stellen we de échte diagnose. Bij twee procent van de personen met afwijkende stoelgangtesten wordt dikkedarmkanker vastgesteld. Bij minder dan de helft van de deelnemers met een afwijkende test vinden we darmpoliepen. De meeste poliepen worden nooit kwaadaardig, maar we kunnen niet zien welke wél en daarom nemen we ze dus allemaal weg. Zo voorkomen we dikkedarmkanker. Dat is de sterkte van dit bevolkingsonderzoek: het grijpt in vóór kanker ontstaat! Dikkedarmkanker is een traag groeiende kanker die je niet voelt. Als je het voelt, dan is het vaak al vergevorderd.”
Een kans die je niet mag laten liggen
Medische opvolging is ontzettend belangrijk, benadrukt prof. dr. De Looze. “Vandaag kun je ook commerciële zelftesten bij de drogisterij kopen. Het probleem hierbij is echter dat er geen arts aan te pas komt. En dat is een probleem. Iemand met klachten die zo’n zelftest doet en een resultaat krijgt, kan ten onrechte denken dat alles in orde is. De huisarts weet dan van niets, terwijl het net dringend is. En omgekeerd zijn er natuurlijk ook mensen die het ergste denken, terwijl het gewoon om aambeien gaat. Zelfdiagnostiek kan leiden tot een verkeerde behandeling.” “Dit terwijl meedoen aan het Bevolkingsonderzoek Dikkedarmkanker vanzelfsprekend zou moeten zijn”, geeft dr. Martens nog mee.